Tuinmelde Atriplex hortensis is groen of roodachtig ( var. rubra ) en onbehaard en heeft een rechtopstaande, stompkantige stengel, die vertakt is met rechtopstaande takken. De bladen staan verspreid, zijn een weinig blauwgroen of soms roodachtig. Zij zijn dof, aan weerszijden bijna gelijk van kleur. De onderste zijn groot, hartvormig-driehoekig, iets spits, gaafrandig of zwak getand, de middelste langwerpig met een spiesvormige voet. De bloemen zijn groen, zeer klein, zeer kort gesteeld en staan in eindelingse en okselstandige trossen, die samen een grote pluim vormen. De vrouwelijke bloemen zijn ten dele zonder schutblaadjes, met een 3-5-delig bloemdek en met horizontale zaden, ten dele met netaderige, rondachtig eironde schutblaadjes, zonder bloemdek en met rechtopstaande zaden. Deze laatste zaden zijn twee- erlei: ten dele zijn zij groter, stomprandig, geelbruin, met hoornachtig kiemwit, ten dele zijn zij kleiner, scherprandig, zwart, met melig kiemwit. De vruchtstelen zijn even lang als de vruchten. De schutblaadjes en de vruchten zijn iets groter dan bij Atriplex nitens , en vaak bloeit de plant iets vroeger. Hoogte: Soms langer dan 1 m. Bloei: Juli-september. |
Omschrijving | Tuinmelde Atriplex hortensis is groen of roodachtig ( var. rubra ) en onbehaard en heeft een rechtopstaande, stompkantige stengel, die vertakt is met rechtopstaande takken. De bladen staan verspreid, zijn een weinig blauwgroen of soms roodachtig. Zij zijn dof, aan weerszijden bijna gelijk van kleur. De onderste zijn groot, hartvormig-driehoekig, iets spits, gaafrandig of zwak getand, de middelste langwerpig met een spiesvormige voet. De bloemen zijn groen, zeer klein, zeer kort gesteeld en staan in eindelingse en okselstandige trossen, die samen een grote pluim vormen. De vrouwelijke bloemen zijn ten dele zonder schutblaadjes, met een 3-5-delig bloemdek en met horizontale zaden, ten dele met netaderige, rondachtig eironde schutblaadjes, zonder bloemdek en met rechtopstaande zaden. Deze laatste zaden zijn twee- erlei: ten dele zijn zij groter, stomprandig, geelbruin, met hoornachtig kiemwit, ten dele zijn zij kleiner, scherprandig, zwart, met melig kiemwit. De vruchtstelen zijn even lang als de vruchten. De schutblaadjes en de vruchten zijn iets groter dan bij Atriplex nitens , en vaak bloeit de plant iets vroeger. Hoogte: Soms langer dan 1 m. Bloei: Juli-september. |