Het maken en gebruiken van Oost-Indische Kers aftreksel

Betekenis van de naam
Oost-Indische Kers Tropaeolum majus
De Latijnse naam van de Oost-Indische Kers is 'Tropaeolum majus'. 'Tropaeolum' is afgeleid van het Griekse woord ‘Tropaion’ vanwege de gelijkenis van het ronde blad met een wapenschild en van de bloemen met een helm. De naam ‘Majus’ is Latijn voor 'groot'. De Nederlandse naam 'Oost-Indische Kers' 'Indian cress' 'Cresson des Indes' werden gegeven omdat men aannam dat dit onbekend en van ver ingevoerd kruid wel vanuit Indië moest komen.

Herkomst vindplaats, beschrijving
Inheems in de Andeslanden Peru, Bolivië Ecuador, en Colombia. Daar is het een meerjarige plant, in onze gebieden eenjarig! Geïntroduceert in Europa in de 16e eeuw door de Spaanse Conquistadores. Wordt nu over de hele wereld in de tuin als sierplant gekweekt. Oost-Indische Kers houd van vrij droge tot arme grond. Groeit zowel in de zon alf in de schaduw. Tropaeolum groeit uitstekend op arme verwaarloosde bodems. Veel bloemen vormen zich alleen daar waar de grond arm is aan voedingsstoffen, bij veel voeding en water ontwikkeld zich hoofdzakelijk blad, (vegetatieve groei).

Voor het maken
- Voor het maken voor een gefermenteerd extract van Oost-Indische-Kers
Pluk de bladeren ’s ochtends voor 10:00uur op een zonnige dag, Bio-Dynamisch gezien ook nog het liefst bij Volle maan, dan worden de stoffen beter op genomen in het water. Pluk 1kg blad op 5L water. Doe de bladeren in een bak, emmer of ton en zet het in de zon. Laat 3 dagen tot 7 dagen staan (afhankelijk van de temperatuur). Zeven door een doek dat er geen groene delen achterblijven, die de spuit nozel kunnen verstoppen.

Dosering
(4:10) 4 delen aftreksel 6 delen waterspuiten,
roer 10 min rechts en linksom om de vloeistof te dynamiseren. Herhaal de bespuiting elke 7 dagen, afhankelijk van de infectie druk.

Gebruik aftreksel van Oost-Indische-Kers bij
Insecten:
- Oost-Indische-Kers planten tussen tomaten en paprika (weren wittevlieg)
Schimmels:
- Spuiten bij: Phytophthora
- Spuiten bij: Vruchtboomkanker