De nadelen van bemesting met kunstmest (chemische bemesting)

Chemische bemesting kan grote schade berokkenen aan het bodem leven. Dit bodemleven is van immens groot belang voor de bodemvruchtbaarheid. De oplossing mestzouten van scheikundige herkomst zijn dikwijls sterk werkende stoffen welke tal van bakteristammen en andere wezens kunnen doden of hun onderlinge verhouding verstoren.

A:  Alle bacteriën in een vruchtbare grond zijn in een goede verhouding aanwezig. Er is tussen hen een soort evenwicht of harmonie. Brengen wij nu scheikundige meststoffen (kunstmest) in de grond, dan kan deze harmonie verstoord worden. Als de EC (zoutgehalte van de bodem) te hoog oploopt komen verschillende micro organismen in gevaar en sterven af waardoor deze fragiele bodemstructuur wordt verstoord en een ketting reactie wordt veroorzaakt waardoor meerdere organismen gaan uitvallen en daardoor het hele bodemleven compleet verstoren. Op die manier kan een scheikundige meststof de omzetting van organische stoffen en de humusvorming bemoeilijken. Omdat het omzettingsproces van organische stof naar humus trager verloopt. De groei van planten wordt vertraagt en men gaat dan nog meer kunstmatig bemesten en dan ontstaat er een visuele cirkel naar beneden. Men raakt zo in een steeds ingewikkeldere omstandigheden die het steeds moeilijker maken het bodemleven weer hun oorspronkelijke vitaliteit terug te geven. Ook bij de toepassing van chemische gewasbeschermingsmiddelen veroorzaken wij het zelfde probleem, de plant wordt niet meer gestimuleerd om zichzelf te weren maar wordt afhankelijk van de chemie, en zodoende wordt de plant nog sneller aangetast door ziekte en plagen en men gaat nog sneller chemische gewasbeschermingsmiddelen gebruiken.

B: Het is een kunstmatige voeding die zoals wij hiervoor uiteengezet hebben, volledig afwijkt van de natuurlijke processen. Het is altijd gevaarlijk de natuur te willen verbeteren. Wij hebben nog veel te weinig inzicht in de talrijke processen die zich in de natuur afspelen. Menselijk ingrijpen blijkt altijd onvoorziene versterkende gevolgen te hebben, juist omdat het inzicht ontbreekt.

C:  Bemesten met kunstmest verminderd de vruchtbaarheid en de kwaliteit van de grond. Als wij uitsluitend kunstmatig bemesten verminderd dit het humus gehalte van de bodem. De gewassen produceren grotere vruchten / gewassen maar dit gaat ten koste van het bodemleven en za naar loop van tijd de bodem zo uitputten dat er helemaal niets meer op kan groeien, ook niet bij bemesting met kunstmest!

D: 
kunstmatig bemesten verbeterd de structuur van de grond niet, integendeel, de bodem krijgt gemakkelijker korstvorming en digtslaan bij regenval of sterk drogend weer.

E:  Kunstmatig bemesten geeft meet kans op gebreksverschijnselen als overmaatsverschijnselen. Organische bemesting is daar in tegen eenvoudiger. Organische mest is niet eenzijdig maar bezit juist veel verschillende elementen, voedingsstoffen, schimmels en bacteriën.
Kunstmest bemest eenzijdig en brengt daarmee de voedingsbalans in de bodem in onevenwicht.

F:  Met het gebruik van kunstmest gaan de planten abnormaal groeien, grote bladeren, stelen en vruchten worden er gevormd. De planten worden geforceerd en opgejaagd, men krijgt meer kilo product en een visueel aantrekkelijker gewas maar de anderen kant van het verhaal is:
- de plant ontwikkeld een grote vatbaarheid voor ziekten en plagen.
- Vermindering van de biologische kwaliteit en houdbaarheid.
Het is niet langer de plant zelf die haar voedsel doseert naargelang de behoefte, maar wij als mens. Bij de huidige wijze van bemesten gaat men er van uit dat de mens precies weet wat de plant nodig heeft, en de plant dit zelf niet optimaal kan.
Het gevaar van forceren is zeer groot aardappelen en kool gewassen nemen tot wel 7 keer de hoeveelheid op van Stikstof en Kalium als zij daadwerkelijk nodig hebben. Het gevolg is dat de cellen waterig worden en de rijping wordt vertraagd. Ook de houdbaarheid van de gewassen gaat hard achteruit.

G:  Kunstmatig bemesten kan de kwaliteit van het product verminderen:
1. Door onvoldoende of onevenwichtige hoeveelheden sporenelementen. Ook teveel aan hoofdelementen.
2. Door een te hoog gehalte aan Stikstof, Kali en Fosfor. Bij het consumeren van opgejaagde groenten krijgt met lichamelijke klachten als: spijsverteringsstoringen, puisten, huidziekten, abortusgevaar, beenderontkalking, verstoring van het zuur-base evenwicht.
- een overmatig met stikstof bemeste groente bevatten meer niet-eiwittenhoudende stikstofverbindingen. Teveel Nitraat wordt gemakkelijk omgezet in giftig nitriet.
- een te grote opname van stikstof geeft een verlaging van de zetmeer en eiwit-kwaliteit (vooral bij graansooten en peulvruchten), een vermindering van het vitaminegehalte (B1)
- een te hoge opname van Kalium verhoogt de kans op kanker (woekerend celweefsel), bloed en beendermerg van kankerpatiënten, bevatten allemaal veel kalium.
3. Groente die te sterk bemest is heeft en scherpe geur en smaak.
4. Biologisch geteelde groente hebben een veel langere houdbaarheid, de groente is ook veel vaster en steviger, en bevat minder vocht, is practisch droger.

H:  Kunstmest kunnen de afbraak en het verweren van bestanddelen (als organische stof) vertragen of onmogelijk maken doordat verschillende essentiële micro organismen niet meer aanwezig zijn door een verkeerde verhouding zouten (mineralen).

I:  Kunstmest zorgt er ook voor dat bodembestanddelen langzamer wordt afgebroken als het in de natuurlijke omstandigheden zou doen. Graniet bijvoorbeeld is een gesteente dat veel kali bevat. Wanneer graniet verweert ontstaat er klei, klei bevat van nature veel kali. Plantenwortels hebben over miljoenen jaren veel moeite moeten doen de opgesloten kali vrij te krijgen uit de graniet/klei, nu wij kunstmatige kunstmest strooien wordt het de plant veel gemakkelijker gemaakt en zal ophouden deze grovere (graniet) gesteenten te verweren. Nu kunnen enkel de elementen dit werk nog verzetten. Er treed dus een verlangzaming of een gehele uitval van verwering op waardoor de bodem verarmt.

J:  Misschien wel het meest problematisch bij het gebruik van kunstmest is dat de diversiteit in gewassen sterk terugloopt. Bij een teveel van het mineraal Stikstof, Kali en Fosfor kunnen veel wide kruiden en planten niet meer groeien, daar zij liever armere gronden voor kiezen. Vervolgens vallen grote delen van het insecten, schimmel en bacterie leven uit daar deze samen werken met de kruiden die nu niet meer voorkomen.

K: Ook een groot probleem is de uitspoeling van kunstmatige voedingsstoffen daar ij zich niet goed kunnen binden aan het klei-humus complex. of de + en - gelagen deeltjes in de bodem. Met als gevolg dat in het grondwater meer zouten zitten die vervolgens het drinkwater en oppervlaktewater negatief beïnvloeden en er veel leven zal sterven. Een veel voorkomend mineraal in water is Nitraat en dit is te herleiden naar de grootschalige kunstmatige bemesting van de jaren 50, 60 en 70. Toen men met de Nitraatbommen in hun maag zat na de 2e wereld oorlog. Maar dit is een ander thema